ONLINE OPRICHTING B.V.
14 juni 2024WWFT (Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme)
28 juni 2024De wettelijke rente verhoogd naar 7%, wat betekent dat voor de
onderbedelingsvordering op de langstlevende? (en wat is een "onderbedelingsvordering" eigenlijk?)
Wettelijke verdeling en de geldvordering
W
anneer iemand is overleden, met achterlating van een partner en één of meer kinderen, zonder het opstellen van een testament, voorziet de wet in een basisregeling waarmee het belang van de langstlevende echtgenoot of geregistreerd partner voorop staat. Dit wordt de wettelijke verdeling genoemd. Als partners met kinderen zogenaamde langstlevende testamenten maken, wordt deze regeling ook vaak gekozen en in het testament op diverse punten uitgebreid.
Een wettelijke verdeling na overlijden heeft als kenmerk dat de langstlevende partner, door het overlijden, direct de eigendom krijgt van de gehele nalatenschap. Kinderen erven wel hun gelijke deel, maar krijgen een geldvordering op de langstlevende ouder. Deze vordering, van de kinderen, wordt een onderbedelingsvordering genoemd. Met andere woorden de langstlevende wordt overbedeeld, deze houdt immers de beschikking over de nalatenschap en dat is meer dan zijn/haar erfdeel.
Een dergelijke vordering is in ieder geval opeisbaar bij het overlijden van de langstlevende ouder, maar in sommige gevallen ook eerder.
Dit is ook het geval als er bij het eerste overlijden sprake was van een zogenaamde ouderlijke boedelverdeling.
Rente
D
e langstlevende kan met de kinderen een rente overeenkomen over deze onderbedelingsvordering. Een dergelijke renteovereenkomst kan worden vastgelegd in een notariële akte. Ook is het sinds kort mogelijk om de rente vast te leggen in de aangifte erfbelasting. De afgesproken rente hoeft niet daadwerkelijk uitbetaald te worden, maar wordt bijgeteld op de hoofdsom. Dit in tegenstelling tot een schenking op papier, waarbij de rente daadwerkelijk jaarlijks uitbetaald dient te worden.
Wordt er geen rente afgesproken dan blijft de wettelijke regeling van kracht. Ook in een testament kan verwezen zijn naar de wettelijke regeling.
De rente over de onderbedelingsvorderingen wordt berekend voor zover de wettelijke rente hoger is dan 6% (artikel 13 lid 4 Boek 4 Burgerlijk Wetboek). De rente loopt vanaf het moment van overlijden van de erflater.
De afgelopen 20 jaar is de wettelijke rente nooit meer dan 6% geweest. Sinds 2024 is deze rente echter vastgesteld op 7%.
Dit betekent, nu de wettelijke rente 7% bedraagt, dat er 1% rente enkelvoudig berekend dient te worden over de onderbedelingsvordering. Als de wettelijke rente verder stijgt naar 8% dient er dus met 2% enkelvoudige rente over de hoofdsom te worden gerekend. Ook legitieme aanspraken kennen deze renteberekening (artikel 84 Boek 4 Burgerlijk Wetboek), zij het wel vanaf het moment waarop aanspraak gemaakt is op de legitieme portie. Dit tijdstip zal dus later zijn dan het moment van overlijden.
Een voorbeeld ter verduidelijking:
Pien (59) en Gerard zijn gehuwd in de algehele gemeenschap van goederen en hebben twee kinderen. Gerard overlijdt in 2023 en heeft nooit een testament opgemaakt. Zijn nalatenschap kent een waarde van € 600.000,00 en bedraagt de helft van het gemeenschapsvermogen. De drie erfgenamen, Pien en de twee kinderen, erven ieder 1/3de deel zijnde € 100.000,00. De twee kinderen krijgen ieder een onderbedelingsvordering van € 100.000,00 op Pien.
Binnen de aangiftetermijn erfbelasting is geen renteovereenkomst gemaakt. Sinds 1 januari 2024 wordt dan ook 1% enkelvoudige rente bijgeschreven op deze vordering. Per 1 januari 2025 zal ieders vordering derhalve verhoogd zijn tot € 101.000,00, per 1 januari 2026 € 102.000,00.
Fiscaal heeft dit de volgende uitwerking, Pien houdt alles en de kinderen krijgen pas hun deel als hun moeder overlijdt. Pien krijgt dus meer dan haar erfdeel van € 100.000,00. Daarnaast krijgt zij het vruchtgebruik over de onderbedelingsvorderingen van de kinderen. De hoogte hiervan is afhankelijk van de leeftijd van Pien. In dit voorbeeld verkrijgt Pien, voor de erfbelasting, haar eigen erfdeel van € 100.000,00 en het vruchtgebruik van € 132.000,00 over de twee erfdelen van de twee kinderen die ze nog niet ontvangen.
Dit rekent de belastingdienst overigens zelf uit. Dit zie je niet terug in de aangifte erfbelasting, maar wel op de aanslagen. Vanuit de kinderen bezien verkrijgen zij fiscaal ieder € 100.000,00 gecorrigeerd met het vruchtgebruik van hun moeder. Dit betekent dat per kind € 66.000,00, zijnde de helft van € 132.000,00, in mindering wordt gebracht op hun verkrijging. De kinderen betalen dus erfbelasting over € 34.000,00.
Op de belastingaanslag worden deze bedragen per erfgenaam vermeld. Daarnaast wordt bij elke erfgenaam, de van toepassing zijnde vrijstelling, in mindering gebracht ter bepaling van de daadwerkelijk verschuldigde erfbelasting.
De belastingdienst houdt geen rekening met de wettelijke verhoging.
Vastlegging onderbedelingsvordering inclusief rente
W
anneer is het verstandig de totale schuld te kunnen aantonen?
Bij het overlijden van de langstlevende, immers dan wordt deze schuld in mindering gebracht op de nalatenschap en bespaart dit mogelijk erfbelasting bij het tweede overlijden. Als de erfgenamen van de langstlevende andere personen zijn, is het ook van groot belang dat de schuld en de rente schriftelijk vastliggen.
Daarnaast is de schuld opeisbaar als de langstlevende failliet is verklaard of als één van de andere opeisbaarheidsgronden genoemd in de wet of in het testament zich voordoen. Ook kan het nuttig zijn ter bepaling van de eigen bijdrage als de langstlevende opgenomen wordt in een WLZ-instelling en er voldoende liquiditeiten voorhanden zijn om de vorderingen uit te betalen.
Bij een schenkingstraditie is het eveneens van belang inzicht te hebben, dat je niet schenkt uit het vermogen inclusief rente uit de nalatenschap van de eerstoverledene. Dat brengt namelijk geen fiscaal voordeel meer met zich mee, maar mogelijk wel een fiscaal nadeel. Als laatste kan de langstlevende ook beslissen de overbedelingsvordering, inclusief of exclusief rente, geheel of gedeeltelijk af te lossen. Hiervoor dient, de contante waarde van de alsdan openstaande vordering, te worden berekend. Ook kan tot afkoop worden overgegaan.
Kortom: zijn de onderlinge vorderingen ontstaan bij het eerste overlijden nog niet vastgelegd, dan is het raadzaam om dit alsnog te doen. Is er recent een vordering ontstaan, bespreek dan het opstellen van een rente-overeenkomst met jouw notaris.
Heb je naar aanleiding van het vorenstaande nog vragen of wil je meer informatie over dit onderwerp? Neem dan gerust contact met ons op.
AUTEUR
Monique van de Vijver
Monique is paralegal en werkt op onze vestiging in Tilburg EnTrada. Heb je vragen over haar blog of wil je een afspraak over dit onderwerp maken? Dan kun je bellen op 013 5 49 49 80 of mailen naar tilburg@dktnotarissen.nl
IK WIL GRAAG EEN AFSPRAAK
Wil je uitgebreider uitleg krijgen over dit onderwerp? Maak dan een afspraak, dan weet je binnen een paar dagen waar je aan toe bent.