OVERBRUGGINGSHYPOTHEEK
23 juli 2021VLOG – SCHENKINGSVRIJSTELLINGEN
15 oktober 2021WAT MOET JE WETEN OVER DE WET BESTUUR EN TOEZICHT RECHTSPERSONEN?
De Wet Bestuur en Toezicht Rechtspersonen (hierna: Wbtr) is op 1 juli 2021 in werking getreden. Vanaf dat moment sluiten de regels voor toezicht en bestuur aan op die van de besloten vennootschap en de naamloze vennootschap.
Wat wijzigt de Wbtr voor verenigingen en stichtingen?
D e belangrijkste zaken die de Wbtr regelt: 1. wettelijke vastlegging van taken en bevoegdheden van het bestuur en de raad van commissarissen (RvC); 2. een uniforme regeling voor aansprakelijkheid van bestuurders en commissarissen; 3. een verplichting om in de statuten een regeling op te nemen voor belet en ontstentenis van alle bestuurders en commissarissen; 4. invoering van een nieuwe, uniforme (interne) tegenstrijdig belangregeling; 5. beperking van meervoudig stemrecht voor bestuurders en commissarissen. Hieronder lichten we deze punten nader toe. Voor de statuten van de vereniging en stichting zijn punt 3 de regeling over belet en ontstentenis, punt 4 het tegenstrijdig belang en punt 5 de beperking van het meervoudig stemrecht belangrijk.1. Wettelijke vastlegging van taken en bevoegdheden
I n de Wbtr is vastgelegd dat bestuurders en commissarissen zich dienen te richten naar het belang van de rechtspersoon en de daarmee verbonden onderneming of organisatie.2. Aansprakelijkheid
M et de invoering van de Wbtr kan een curator bestuurders en commissarissen van een vereniging, stichting, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij bij faillissement aansprakelijk stellen voor het tekort in het faillissement. Dit kan op basis van onbehoorlijke taakvervulling. Deze onbehoorlijke taakvervulling moet dan een belangrijke oorzaak zijn van het faillissement. De curator moet deze oorzaak aantonen. Deze regeling is een verzwaring van de aansprakelijkheid voor bestuurders, omdat je persoonlijk meer risico loopt. Van onbehoorlijke taakvervulling is sprake als je bijvoorbeeld de jaarrekening niet deponeert, de administratie niet deugt of je overeenkomsten aangaat waarvan je weet dat de rechtspersoon die niet kan nakomen. Aansprakelijkheid op basis van onbehoorlijke taakvervulling bestond al voor bestuurders en commissarissen van de N.V., de B.V. en commerciële verenigingen en stichtingen. De Wbtr betekent dus vooral voor niet-commerciële verenigingen en stichtingen een uitbreiding van de aansprakelijkheid en daarmee een verhoging van persoonlijke risico’s. Vrijwillig besturen brengt vanaf 1 juli 2021 dus een hoger risico met zich mee. Voor bestuurders en commissarissen van semipublieke instellingen (bv. woningcorporaties, zorginstellingen, pensioenfondsen, onderwijsinstellingen) geldt een bewijsvermoeden. Dit houdt in dat van onbehoorlijk bestuur sprake is als je, kort gezegd, de boekhouding niet op orde. Dit bewijsvermoeden geldt niet voor informele verenigingen en niet-commerciële stichtingen.3. Belet en ontstentenisregeling
V olgens de Wbtr moeten statuten een regeling bevatten over de manier waarop voorlopig wordt voorzien in de taken en bevoegdheden in geval er sprake is van belet of ontstentenis van alle bestuurders of alle commissarissen. De statuten kunnen vervolgens ook een regeling bevatten voor het geval sprake is van belet en ontstentenis van één of meer bestuurders of commissarissen. Het doel van deze bepaling is te voorkomen dat een stichting of vereniging in de situatie komt dat geen sprake meer is van een functionerend bestuur of raad van commissarissen.4. Tegenstrijdig belang
D e regeling over tegenstrijdig belang in de Wbtr is vergelijkbaar met de bestaande regelgeving bij de B.V. en de N.V. De tegenstrijdig belangregeling houdt in dat een bestuurder niet mag deelnemen aan de beraadslaging en besluitvorming in een vergadering als hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de rechtspersoon en de daarmee verbonden organisatie. Als het bestuur hierdoor geen bestuursbesluit kan nemen, neemt de RvC het besluit. Als er geen RvC is, dan neemt de algemene vergadering het besluit, tenzij de statuten anders bepalen. De stichting kent geen algemene vergadering. Daarom wijkt de regeling voor de stichting hiervan af. Als de stichting geen RvC heeft, neemt het bestuur alsnog het besluit onder schriftelijke vastlegging van de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen, tenzij de statuten anders bepalen. Deze tegenstrijdig belangregeling gaat ook gelden voor de leden van de RvC. Een commissaris mag ook niet aan de beraadslaging en besluitvorming deelnemen indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de rechtspersoon en de daarmee verbonden organisatie. Wanneer de RvC hierdoor geen besluit kan nemen, neemt de RvC alsnog het besluit onder schriftelijke vastlegging van de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen, tenzij de statuten anders bepalen. Alle rechtspersonen kennen vanaf de inwerkingtreding van de Wbtr voortaan een interne tegenstrijdig belang regeling in plaats van een (externe) vertegenwoordigingsregeling. Dat houdt in dat als een bestuurder toch heeft meegestemd terwijl de bestuurder een tegenstrijdig belang had, dit geen gevolgen heeft voor de (externe) vertegenwoordiging van de stichting of vereniging.5. Begrenzing meervoudig stemrecht
D e Wbtr regelt ook de begrenzing van het meervoudig stemrecht. Dat houdt in dat één bestuurder of commissaris niet meer stemmen mag uitbrengen dan de andere bestuurders of commissarissen samen. Deze begrenzing van het stemrecht voorkomt dat één bestuurder of commissaris zelfstandig kan beslissen.Moet de vereniging of de stichting haar statuten wijzigen?
N ee, op grond van het overgangsrecht bij de Wbtr zijn verenigingen en stichtingen niet verplicht om de statuten te wijzigingen. Het overgangsrecht van de Wbtr bepaalt namelijk dat: 1. bij de eerstvolgende statutenwijziging na invoering van de Wbtr in de statuten de belet en ontstentenisregeling voor alle bestuurders en commissarissen dient te worden opgenomen; 2. de regeling over tegenstrijdig belang directe werking heeft, onafhankelijk of hierover in de statuten iets bepaald is. Je kunt je dan niet meer op een oude regeling in de statuten die gaat over de (externe) vertegenwoordiging beroepen. 3. bij de eerstvolgende statutenwijziging het meervoudig stemrecht in lijn dient te worden gebracht met de Wbtr. De huidige regeling uit de statuten dat een bestuurder meer stemmen kan uitbrengen dan de andere bestuurders samen is uiterlijk tot 5 jaar na invoering van de Wbtr geldig, als er in die 5 jaar geen statutenwijziging plaatsvindt. Wijzig je binnen deze 5 jaar de statuten, maar vergeet je de bepaling over het meervoudig stemrecht in lijn te brengen met de Wbtr dan is vanaf dat moment de bepaling over het meervoudig stemrecht in de statuten niet meer geldig. Om te voorkomen dat er onduidelijkheid ontstaat over de statuten en de wet, kan het wel gewenst zijn om de statuten te wijzigingen. Dit hangt af van de huidige statuten van de vereniging of stichting. Wij raden u aan de statuten eens goed door te nemen, om te kijken of deze nog aansluiten bij de wijze waarop er thans wordt gehandeld door het bestuur en eventueel de RvC.AUTEUR
Bianca Carpay
Bianca Carpay is ondernemingsrecht notaris en werkt op onze vestiging Tilburg-EnTrada. Heb je vragen over haar blog of wil je een afspraak met haar maken? Dan kun je haar bellen op 013-5 49 49 49 of mailen via b.carpay@dktnotarissen.nl
IK WIL GRAAG EEN OFFERTE
Wil je graag een indicatie van de kosten? Hieronder kun je een prijsindicatie opvragen. We brengen je zo spoedig mogelijk op de hoogte.
IK WIL GRAAG EEN AFSPRAAK
Wil je uitgebreider uitleg krijgen over estate planning? Maak dan een afspraak, dan weet je binnen een paar dagen waar je aan toe bent.