WAT IS MANDELIGHEID?
10 november 2023TARIEFSCHIJVEN EN VRIJSTELLINGEN VOOR DE ERF- EN SCHENKBELASTING 2024
22 december 2023Legaten aan kleinkinderen met uitgestelde opeisbaarheid; de nadelen groter dan de voordelen?
geüpdatet per 5 januari 2023
Het maken van kleinkindlegaten
D oor de kleinkinderen bij de vererving van uw nalatenschap te betrekken kan erfbelasting worden bespaard. Ieder kleinkind kan namelijk van iedere grootouder belastingvrij € 25.187, erven. Meer is ook mogelijk, maar dan moet er over het meerdere erfbelasting worden betaald naar een schijventarief van 18% (dit geldt voor de eerste € 152.368,) en 36% voor het gedeelte van de verkrijging boven de € 152.368. De in deze blog genoemde bedragen en berekeningen gelden overigens alleen voor het jaar 2024, de tarieven voor de (schenk- en) erfbelasting worden elk jaar geïndexeerd.
De meest eenvoudige regeling is (uiteraard) dat de kleinkinderen het vrijgestelde bedrag meteen na het overlijden van de grootouder krijgen.
Het is ook mogelijk om de opeisbaarheid van het bedrag uit te stellen; op die manier hoeft de langstlevende grootouder niet meteen de bedragen aan de kleinkinderen uit te betalen, maar wordt de uitbetaling (opeisbaarheid) uitgesteld tot het moment dat ook de langstlevende grootouder is overleden. Tot die tijd houden de kleinkinderen dus het bedrag tegoed van hun langstlevende grootouder, in de vorm van een geldvordering.
Voordelen en nadelen
Z oals wel vaker hebben voordelen echter ook nadelen. Het in een testament toekennen van bedragen aan kleinkinderen kan een besparing van erfbelasting opleveren, maar een kleinkind dat zo'n bedrag tegoed heeft van een grootouder kan worden geconfronteerd met een heffing van inkomstenbelasting. Dat zit zo:
Kleinkinderen moeten het uit de nalatenschap van de eerstoverleden grootouder verkregen vermogen (oftewel: de vordering op de langstlevende grootouder) opgeven in Box 3 van de inkomstenbelasting.
De Belastingdienst gaat ervan uit dat het vermogen jaarlijks een fictief inkomen (rendement) oplevert, afhankelijk van de omvang en samenstelling van het totale vermogen van het kleinkind. Over dit fictieve inkomen wordt vervolgens 36% inkomstenbelasting geheven. Dat de kleinkinderen wellicht in werkelijkheid weinig tot geen inkomen (rendement) van hun vermogen ontvangen, maakt voor de heffing van de inkomstenbelasting niet uit.
De belastingheffing komt bij de kleinkinderen aan de orde als het totale vermogen van een kleinkind in Box 3 meer bedraagt dan het heffingsvrije vermogen van € 57.000,-- per kleinkind (of € 114.000,-- samen met een partner).
Aan de andere kant is de schuld van de langstlevende grootouder aan het kleinkind een aftrekpost in Box 3 van de inkomstenbelasting.
Helaas is het niet altijd zo dat het belastingnadeel voor het kleinkind volledig wordt opgeheven door het belastingvoordeel voor de langstlevende grootouder, omdat bezittingen en schulden niet op gelijke wijze worden behandeld, nog los van het feit dat het kleinkind geen (direct) profijt heeft van het belastingvoordeel van die grootouder.
In deze blog over Box 3 kun je meer lezen over belastingheffing over (inkomsten van) vermogen.
Mocht (het systeem van) de Box 3 heffing in de toekomst veranderen (het is de verwachting dat dit per 2027 zal gebeuren), dan is het (wederom) de vraag welk effect dat gaat hebben op de heffing over bedragen die kleinkinderen van hun langstlevende grootouder te vorderen hebben.
Uw testament
H
et is mogelijk dat in uw huidige testament kleinkindlegaten zijn opgenomen die tot gevolg hebben dat de kleinkinderen, gedurende de periode dat de ene grootouder al overleden is, maar de andere grootouder nog niet, het bedrag dat aan hen toekomt (maar wat ze nog niet op hun bankrekening hebben), als vermogen moeten opgeven.
Naast de belastingheffing die dat voor de kleinkinderen kan opleveren, kan het moeten opgeven van het vermogen ook betekenen dat de kleinkinderen niet of minder in aanmerking komen voor toeslagen (zoals de huur- en zorgtoeslag) en andere tegemoetkomingen van de overheid. Ook daarvoor geldt namelijk dat het niet‑opeisbaar zijn van de geldvordering, niet voorkomt dat het bedrag al wel als vermogen aan het kleinkind wordt toegerekend.
Sinds 1 januari 2024 geldt daarbij nog wel dat indien een kleinkind niet over het toegekende bedrag kan beschikken omdat, in de vorm van een testamentair bewind, in het testament de zeggenschap over dit vermogen bij iemand anders is neergelegd, dit vermogen in bepaalde gevallen buiten beschouwing kan blijven voor het bepalen van het recht op toeslagen/tegemoetkomingen.
Dit testamentair bewind eindigt doorgaans op het moment dat het kleinkind een bepaalde (zelfgekozen) leeftijd bereikt, bijvoorbeeld als het kleinkind 25 jaar wordt, in de gedachte dat het kleinkind dan zelf in staat zal zijn het vermogen verstandig te beheren en te besteden.
Een bijkomend effect van dit bewind is dat het aan het kleinkind toegekende bedrag niet wordt meegeteld bij het bepalen of zijn/haar ouder in aanmerking komt voor toeslagen en andere tegemoetkomingen, mits die ouder, diens partner of diens medebewoner niet de bewindvoerder is.
Door deze specifieke regeling kan dus alleen de ouder van een kleinkind beschermd worden tegen het moeten meetellen van het aan een kleinkind toegekend bedrag, maar niet het kleinkind zelf!
T en slotte is het nog zo dat, na het overlijden van de eerste grootouder, de afwikkeling van zijn/haar nalatenschap ingewikkelder als er legaten aan de kleinkinderen zijn opgenomen in het testament, en dus duurder.
De hiervoor omschreven nadelen zouden een reden kunnen zijn om uw testament aan te passen.
Dat wil niet per se zeggen dat uw testament helemaal herzien moet worden; in veel gevallen kan worden volstaan met het schrappen van het kleinkindlegaat in het geval u de grootouder bent die als eerste zou overlijden en/of het opstellen van een aanvullend testament waarin alleen de bepaling over het kleinkindlegaat wordt aangepast.
Als er al een grootouder is overleden, kan diens testament uiteraard niet meer worden aangepast. Iemand die wilsonbekwaam is, kan zijn/haar testament ook niet meer aanpassen. De andere grootouder kan zijn/haar testament in dat geval nog wel aanpassen en/of andere maatregelen nemen om de fiscale nadelen te beperken/compenseren.
Conclusie
U it het bovenstaande blijkt dat het per 1 januari 2023 ingevoerde nieuwe systeem van belastingheffing in Box 3 van de inkomstenbelasting op verschillende manieren nadeliger kan uitpakken dan voorheen. Onduidelijk is nog hoe de kleinkindlegaten vanaf 2027 belast zullen worden in de inkomstenbelasting. Of en zo ja hoe nadelig de systeemwijziging in uw geval is, hangt af van uw financiële en fiscale situatie.
AUTEUR
Sven Hoogeveen
Sven is notaris en werkt op onze vestigingen in Udenhout (ma-di-vr) en Tilburg-EnTrada (woe-do). Heb je vragen over zijn blog of wil je een afspraak over dit onderwerp maken? Dan kun je bellen op 013 5 49 49 49 of mailen naar pfr-entrada@dktnotarissen.nl
IK WIL GRAAG EEN AFSPRAAK
Wil je uitgebreider uitleg krijgen over dit onderwerp? Maak dan een afspraak, dan weet je binnen een paar dagen waar je aan toe bent.