BRABANTSE ONDERNEMERS: SPORTIEF TILBURG
28 juni 2019DE ‘AFWIKKELINGSBEWINDVOERDER’
1 juli 2019Nieuwe regels partneralimentatie
28.06.2019 | Sven HoogeveenDit artikel is verschenen in onze nieuwsbrief van juli 2019
O
p 1 januari 2020 gaan er nieuwe regels gelden voor de alimentatieverplichtingen die ontstaan bij het eindigen van een huwelijk of geregistreerd partnerschap. Wat verandert er precies, wat zijn de mogelijkheden, en in welke gevallen zijn de nieuwe regels van toepassing?
Wat houdt de wijziging in?
Op dit moment kan het nog zo zijn dat er maximaal twaalf jaar partneralimentatie betaald moet worden aan de ex-partner; door de nieuwe regels wordt deze termijn verkort naar maximaal vijf jaar. Wat blijft is dat partneralimentatie ook over een kortere termijn kan worden vastgesteld of afgesproken.
Waarom worden de regels aangepast?
De overheid wil de financiële onafhankelijkheid van vrouwen bevorderen. Nog altijd is het zo dat, gemiddeld genomen, vrouwen financieel slechter uit een echtscheiding komen dan mannen. Een belangrijke reden daarvoor is dat vrouwen vaker dan mannen ervoor kiezen om minder te gaan werken als er kinderen komen, waardoor zij gedurende het huwelijk minder geld verdienen, minder pensioen opbouwen en minder snel carrière maken. Daarbij vindt de overheid dat de huidige duur van de partneralimentatie de financiële zelfstandigheid van vrouwen niet stimuleert. De gedachte achter de nieuwe regels is dan ook dat partners die op het moment van scheiding niet financieel zelfstandig zijn, ertoe worden 'gedwongen' dat binnen een kortere termijn alsnog te worden.
Worden ex-partners ook geholpen weer financieel zelfstandig te worden?
Niet alleen de partneralimentatie is in beweging. De overheid geeft aan dat er verschillende maatregelen worden genomen om de arbeidsmarktpositie van vrouwen te verbeteren. Denk bijvoorbeeld aan de bevordering van een gelijkere verdeling van werk en zorg tussen partners, het eenvoudiger maken om werken en zorgen te combineren, diverse belastingmaatregelen, het tegengaan van zwangerschapsdiscriminatie, en het verkleinen van achterstanden op de arbeidsmarkt van (specifieke groepen) vrouwen.
Op iedere regel is er een uitzondering. Hier ook?
Omdat het voor bepaalde groepen mensen niet eenvoudig zal zijn om in het gewenste tempo financieel zelfstandig te worden, zijn er voor hen drie uitzonderingen gemaakt:
- Als een echtpaar langer dan vijftien jaar getrouwd is (geweest), en de persoon die partneralimentatie gaat ontvangen binnen tien jaar de AOW-gerechtigde leeftijd zal bereiken, dan wordt de alimentatieverplichting verlengd tot het moment dat de alimentatiegerechtigde de AOW-leeftijd heeft bereikt. Het doel van deze uitzondering is te voorkomen dat de echtgenoot die niet financieel zelfstandig is, dit nog moet proberen te worden op een leeftijd waarop het misschien toch al niet eenvoudig is om een baan te vinden.
- Als er uit het huwelijk kinderen zijn geboren, en het jongste kind nog geen twaalf jaar oud is, eindigt de partneralimentatie niet eerder dan op het moment dat dat jongste kind twaalf jaar is. De gedachte hier achter is dat het voor iemand die voor jonge kinderen zorgt, niet eenvoudig is om op korte termijn financieel zelfstandig te worden.
- Een alimentatiegerechtigde die op of voor 1 januari 1970 is geboren, en die bij de invoering van de wet dus 50 jaar of ouder is, heeft recht op tien jaar partneralimentatie in plaats van vijf jaar. De groep mensen waarvoor dit geldt wordt dus met verloop van tijd kleiner, omdat de datum van 1 januari 1970 wettelijk is vastgelegd en niet jaarlijks wordt aangepast.
Als er meerdere uitzonderingen van toepassing zijn op een scheidend echtpaar, dan geldt de uitzondering die de langste termijn geeft.
Zijn dat alle uitzonderingen?
Naast de drie genoemde uitzonderingen op de nieuwe hoofdregel van vijf jaar, zal er ook een zogeheten 'hardheidsclausule' van toepassing zijn, wat als een laatste vangnet moet worden gezien voor bijzondere gevallen. Als de omstandigheden van een bepaalde specifieke situatie maken dat het, volgens de rechter, onredelijk en onwenselijk is dat het recht op partneralimentatie zou eindigen, kan die rechter alsnog een andere termijn vaststellen. Zodoende heeft de rechter de mogelijkheid om, bij uitzondering, de alimentatieduur in schrijnende gevallen te verlengen. Daarbij moet je bijvoorbeeld denken aan de volgende situaties: - de alimentatiegerechtigde kan niet of onvoldoende terugkeren op de arbeidsmarkt door zijn/haar gezondheidsproblemen die tijdens het huwelijk zijn ontstaan; - de alimentatiegerechtigde draagt zorg voor een gehandicapt of ernstig ziek (minder- of meerderjarig) kind, of is langdurig en intensief belast met mantelzorg voor andere (schoon)familieleden; - de alimentatiegerechtigde heeft aantoonbaar aan de alimentatieplichtige gevraagd de zorgtaken voor de kinderen over te nemen, en de alimentatieplichtige heeft dit geweigerd; - de alimentatiegerechtigde is voor of tijdens het huwelijk arbeidsongeschikt of ziek geworden, waardoor hij/zij in de voor hem/haar geldende alimentatietermijn geen financiële zelfstandigheid heeft kunnen bereiken.
Wordt de berekening van de hoogte van de partneralimentatie ook gewijzigd?
Nee, die berekening blijft hetzelfde. Dat betekent dat per geval wordt bekeken: - hoe hoog de behoefte van de alimentatiegerechtigde aan partneralimentatie is, en; - wat de draagkracht van de alimentatieplichtige is. Anders dan bij kinderalimentatie wordt daarbij dus niet gerekend met vastgestelde bedragen; het is echt een kwestie van 'vraag en aanbod'. Als bij het einde van het huwelijk blijkt dat geen van de partners behoefte heeft aan partneralimentatie, ofwel de andere partner geen draagkracht heeft, zal er dus geen recht op partneralimentatie toegekend worden.
Gelden de nieuwe regels alleen voor nieuwe gevallen?
De nieuwe regels zijn alleen van toepassing op een alimentatieverplichting die op of na 1 januari 2020 door de echtgenoten is afgesproken (in een echtscheidingsconvenant), of waarbij het verzoek tot echtscheiding op of na 1 januari 2020 is ingediend. De wetswijziging heeft dus geen gevolgen voor bestaande alimentatieverplichtingen.
Is er een verschil tussen de partneralimentatie voor mensen die getrouwd zijn geweest, of die een geregistreerd partnerschap hebben gehad?
Nee, voor mensen die uit elkaar gaan nadat ze met elkaar een geregistreerd partnerschap hebben gehad gelden precies dezelfde regels als voor ex-echtgenoten.
Heb ik ook recht op partneralimentatie als ik samenwoon (op basis van een samenlevingscontract van de notaris)?
Wie niet getrouwd is en/of geen geregistreerd partnerschap is aangegaan, kan bij zijn/haar partner geen partneralimentatie afdwingen. Voor samenwoners is dat alleen anders als zij, in een notarieel samenlevingscontract of op een andere manier, nadrukkelijk hebben afgesproken dat zij zich vrijwillig aansluiten bij de regeling zoals die voor echtgenoten geldt. Of ook voor hen de nieuwe regeling gaat gelden, of dat voor deze samenwoners de oude regeling blijft gelden, hangt af van wat ze precies hebben afgesproken.
Bij de behandeling van het wetsvoorstel is het idee ontstaan om samenwoners wél een wettelijk recht op partneralimentatie te geven. De overheid heeft echter aangegeven dat niet te zullen doen; zij vindt een wettelijke plicht voor samenwoners te ver gaan.
Kun je in je huwelijkse voorwaarden (of partnerschapsvoorwaarden) afspraken maken over de hoogte en duur van partneralimentatie, of zelfs bepalen dat er bij scheiding geen sprake zal zijn van partneralimentatie?
Onder de huidige regels is het niet mogelijk om bij huwelijkse voorwaarden (of partnerschapsvoorwaarden) af te wijken van wettelijke regels voor partneralimentatie; de hoogte en de duur kunnen dus niet bij voorbaat al naar boven of beneden worden bijgesteld. Dergelijke afspraken kun je nu wel maken in een scheidingsconvenant, dus op het moment dat de scheiding niet ver weg is; het is alleen de vraag of de scheidende partners op dat moment nog bereid zijn om in goed overleg hierover afspraken te maken.
In het originele wetsvoorstel is sprake geweest van de mogelijkheid om voorafgaand aan het huwelijk of geregistreerd partnerschap afspraken te maken over partneralimentatie, maar uiteindelijk heeft de overheid dat toch niet aangedurfd. De overheid is namelijk bang dat de aanstaande echtgenoten vóór het huwelijk niet of onvoldoende kunnen overzien hoe hun financiële situatie zich tijdens de relatie zal ontwikkelen, en hoe zij er dus bij de scheiding financieel voor zullen staan.
Gaat met deze nieuwe regels het doel worden bereikt?
We zullen gaan zien of de nieuwe regels ook daadwerkelijk leiden tot meer financiële zelfstandigheid van vrouwen. De werking van de wet zal over vijf jaar geëvalueerd worden.
Auteur
Sven Hoogeveen
Sven is notaris op onze kantoren in Udenhout (ma-di-vr) en Tilburg-EnTrada (woe-do). Zijn specialisme is het adviseren op het gebied van het familierecht en de estate planning.